Interesse in open source-energieprojecten? Duits onderzoek onderzocht 388 projecten

miha-meglic-p7Bfwn_VKRQ-unsplash

Het moderniseren en transformeren van de energievoorziening is ook voor de datacenterindustrie cruciaal. Een belangrijke vraag hierbij is wat nieuwe en innovatieve technologieën te bieden hebben op dit gebied. Dat maakt een recent onderzoek uitgevoerd in Duitsland extra interessant. De Duitsers hebben namelijk de groeiende beweging van open source-software in de energiesector in kaart gebracht.

Onderzoekers van het Instituut voor Automatisering van Complexe Energiesystemen aan de RWTH Aken Universiteit en het Fraunhofer Instituut voor Toegepaste Informatietechnologie hebben maar liefst 388 open source-projecten in de energiesector verzameld en geanalyseerd om een overzicht te bieden van de huidige stand van zaken in het landschap van open source-software.

Met de snelle digitalisering van de stroomnetwerken en de adoptie van innovatieve softwareoplossingen als cruciale factoren voor een succesvolle energietransitie, richt dit onderzoek zich op de mogelijkheden van open source-software. In andere sectoren, zoals datacenters, telecommunicatie en cloud computing, heeft open source-software al bewezen hele industrieën te kunnen transformeren door de ontwikkeling te versnellen, de ontwikkelingskosten te verlagen en tegelijkertijd hoge niveaus van stabiliteit, interoperabiliteit en beveiliging te bereiken.

Desondanks heeft de energiesector open source-software nog niet (volledig) omarmd. Dit heeft wellicht te maken met de stevige positie van de gevestigde softwareproducten. Bovendien is de energiesector van nature behoudend vanwege - onder andere - de gewenste veiligheid. Zorgen over beveiliging en het verlies van concurrentievoordeel kunnen stakeholders bovendien terughoudend hebben gemaakt om gegevens met betrekking tot hun infrastructuur vrij te geven.

Het Duitse onderzoek toont echter aan dat de meerderheid van de open source-projecten op energiegebied momenteel wordt aangejaagd door academische bijdragen. Toch spelen commerciële spelers ook een rol en zijn er positieve voorbeelden van samenwerking tussen beide groepen, voornamelijk met betrekking tot standaardisatie.

De analyse van beide instituten wijst op een groeiend momentum voor open source-software in de energiesector in de afgelopen jaren. De meeste projecten voldeden aan goede praktijken voor licenties en Python was daarbij veruit de meest relevante programmeertaal.

Desondanks komen de Duitsers met de aanbeveling om samenwerking tussen industrie en academische wereld verder te bevorderen, omdat de meerderheid van de projecten nog steeds door de academische wereld wordt geleid. Een analyse van de samenstelling van de open source communities toont weinig overlap tussen de gemeenschappen van door de industrie ‘gerunde’ projecten en die van projecten die voortkomen uit de academische wereld. De onderzoekers stellen voor om bestaande prikkels voor open source-activiteiten voort te zetten en te versterken, terwijl de industrie gemotiveerd moet worden om zich naar open source te bewegen door succesverhalen te presenteren.

Meer over
Lees ook
Hoe gaan we om met 80 kW racks?

Hoe gaan we om met 80 kW racks?

Het ontwikkelen van een datacenter rack dat 80 kW aan elektrisch vermogen nodig heeft, is een ingrijpende technische uitdaging die zowel nieuwe mogelijkheden als beperkingen met zich meebrengt. In Nederland lijkt zo’n rack wellicht (nog?) Ondenkbaar, maar op Reddit wordt hierover een interessante discussie gevoerd, voornamelijk door Amerikaanse da1

De grote vraag is of de Rekenkamer ook naar datacenters kijkt

De grote vraag is of de Rekenkamer ook naar datacenters kijkt

Wat hebben de Rekenkamer en datacenters met elkaar te maken? Wellicht meer dan de bedrijven en toeleveranciers van die sector zich realiseren. Grotendeels onder de radar van de publieke belangstelling is de Rekenkamer namelijk bezig met onderzoek dat over de achillespees van de datacenters gaat: het energieverbruik.

NEN publiceert richtlijn PGS 37-1 voor energieopslagsystemen

NEN publiceert richtlijn PGS 37-1 voor energieopslagsystemen

Het gebruik van energieopslagsystemen ofwel Energy Storage Systems (ESS) met lithiumbatterijen neemt steeds meer toe. Daarmee groeit ook de noodzaak om dit op een verantwoorde manier te doen. In reactie hierop heeft NEN de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen PGS 37-1 ontwikkeld in samenwerking met een team van experts uit het bedrijfsleven en over1