FCA: Nederland verglaasd, wat nu?

Nederland staat al jaren in de Europese top op het gebied van connectiviteit en digitale infrastructuur. Iedereen kan onder andere dankzij glasvezelverbindingen en betrouwbare datacenters genieten van veilig en snel internet. Deze toppositie is iets waar menigeen niet altijd bij stilstaat, terwijl dat wel nodig is.

Begin november was het eindelijk tijd voor de Fiber Vakdag van de Fiber Carrier Association (FCA). Samen met u heb ik genoten van deze inspirerende dag, waarbij meer dan 200 professionals uit de digitale sector bijeen kwamen om onder andere te netwerken en te spreken over onder meer de toekomst van de digitale infrastructuur in Nederland.

Tijdens mijn presentatie op de Fiber Vakdag deelde ik mijn visie over de verglazing van Nederland en hoe we daar als digitale sector mee om kunnen gaan. Uit cijfers van ACM Telecommonitor blijkt namelijk dat er vorig jaar een recordaantal van 500.000 nieuwe glasvezelaansluitingen zijn gerealiseerd. Daarnaast hebben er op dit moment zo’n 3,7 miljoen huishoudens de mogelijkheid tot glasvezel, waarbij sommige twee of zelf drie FTTH-aansluitingen hebben. De verwachting is dan ook dat binnen tien jaar er acht miljoen huishoudens in Nederland zijn aangesloten op glasvezel.

Toenemende vraag naar data door nieuwe ontwikkelingen

Deze verwachting gaat natuurlijk gepaard met nieuwe technologische ontwikkelingen, zoals 5G. Daarnaast heeft de pandemie laten zien dat innovatie op korte termijn impact kan hebben op het dagelijks leven. Door het thuiswerken zijn mensen bijvoorbeeld massaal gaan videovergaderen via onder andere Zoom, Slack of Microsoft Teams. Deze enorme data-explosie wordt via datacenters op betrouwbare en snelle wijze behandeld, waardoor miljoenen Nederlanders bijna overal kunnen genieten van sterke connectiviteit.

Een belangrijk model voor deze ontwikkelingen is het OSI-model. Het model wordt al decennia gebruikt, maar blijft vandaag de dag nog steeds relevant voor de ontwikkeling van onze digitale economie en infrastructuur. Onderaan het model staat de fysieke laag, die onder andere belangrijk is voor het optische signaal bij transport over glasvezel. Ons thuiswerken is te vinden in laag 5 (de sessielaag), maar daarvoor hebben wel heel veel applicaties uit laag 7 (de applicatielaag) nodig. Met de huidige en toekomstige ontwikkelingen wordt verwacht dat we de fysieke laag nog harder gaan nodig hebben, zoals bijvoorbeeld met de QR-codes van de CoronaCheck-app. Het transport van deze tijdkritische data moet namelijk veilig en snel van A naar B kunnen, en ook daarin moeten we de belangrijke rol van datacenters niet onderschatten. 

Samenwerken belangrijk voor groei

Deze datacenters en exchanges zorgen er onder meer voor dat wij nog steeds, op het gebied van connectiviteit, een toppositie hebben in Europa. Maar voor hoe lang nog? Kees Verhoeven, oud-politicus en FCA-adviseur, bepleitte in zijn presentatie op de Fiber Vakdag dat er minimaal 1 miljard euro vanuit de overheid nodig is om de digitale infrastructuur toekomstbestendig te houden. Daarbij moet ook samenwerking tussen onze branche, diverse partijen en de overheid meer centraal komen te staan. Datacenters spelen zoals gezegd een belangrijke rol voor het behouden van onze toppositie. Daarom is het - met het nieuwe kabinet en het nieuwe jaar in aantocht - tijd om samen met z’n allen stappen te zetten, zodat we óók in 2030 miljoenen mensen kunnen blijven voorzien van betrouwbare connectiviteit.