Nieuw consortium BatteryNL wil batterijen met grotere capaciteit ontwikkelen

kick-off batterynl

In januari is het consortium BatteryNL van start gegaan. Deelnemers zijn groot aantal partijen die op een of andere manier betrokken zijn bij het ontwikkelen van batterijen in Nederland. Het gaat om zowel kleine bedrijven, multinationals als kennisinstellingen. Een belangrijke doelstelling van BatteryNL is om binnen acht jaar de volgende generatie batterijen te ontwikkelen op basis van een beter begrip van materiaalinterfaces.

Veiliger batterijen met een hogere dichtheid

BatteryNL streeft naar de ontwikkeling van de volgende generatie batterijen die veiliger zijn, een hogere energiedichtheid hebben en een langere levensduur hebben. Dit zijn kenmerken die cruciaal zijn voor een samenleving op basis van duurzame energiebronnen. Dit soort batterijen zullen over een aantal jaren een hoofdrol gaan spelen in datacenters en andere elementen van de digitale infrastructuur als edge-faciliteiten.

Marnix Wagemaker, hoogleraar aan de Faculteit Technische Natuurwetenschappen en hoofd van de batterij researchgroep Storage of Electrochemical Energy (SEE) van de TU Delft: “We ontwikkelen materialen voor batterijen van de volgende generatie die veiliger en milieuvriendelijker zijn en betere prestaties leveren, nodig om het toekomstige elektriciteitsnet te stabiliseren en de voordelen van elektrische mobiliteit te benutten.” Op basis van Nederlandse expertise zal het consortium het hart van deze batterijen – de zogeheten elektrode-elektrolyt-interface – onderzoeken en verbeteren met behulp van schaalbare technologieën.

Adriana Creatore van de Technische Universiteit Eindhoven zegt over de lancering van BatteryNL: "We combineren spannende wetenschap om de processen op de interface kathode/elektrolyt en elektrolyt/anode te ontrafelen met op dunne film gebaseerde, opschaalbare interface-engineering voor veilige en kosteneffectieve batterijen met een hoge energiedichtheid.” Mark Huijben van de Universiteit Twente voegt toe: "Het onder de knie krijgen van de elektrode-elektrolyt-interface is de grote uitdaging voor batterijen van de volgende generatie, aangezien uitzonderlijke energiecapaciteiten moeten worden gecombineerd met het elimineren van capaciteitsverlies in de loop van de tijd.”

Deelnemende partijen

BatteryNL bestaat uit experts binnen academische instellingen, hightech startups, multinationals en maatschappelijke partners. Naast de initiatiefnemers, TU Delft, Universiteit Twente, Technische Universiteit Eindhoven, Universiteit Utrecht en Rijksuniversiteit Groningen, bestaat het consortium uit Universiteit van Amsterdam, TNO, Holst Centre, Hogeschool Rotterdam, Hogeschool Utrecht, Hanzehogeschool, Saxion Hogeschool, Fontys Hogeschool, Delft IMP, E-magy, Euro Support, LeydenJar, Lionvolt, LithiumWerks, PTG/e, Shell, SALD, VSParticle, Air Liquide, Forschungszentrum Jülich, MEET Battery Research Centre, ANWB, DNV, Durapower, EnergyStorageNL, InnoEnergy, New Energy Coalition, RAI, Solvis en VDL.

De academische partners zijn experts in batterij- en interfacematerialen en -chemie en karakteriseringsmethodologieën - vooral tijdens batterijgebruik. Professor Wagemaker is de projectleider. Het project heeft van NWO-ORC een projectsubsidie van € 9,3 miljoen gekregen.

Petra de Jongh van de Universiteit Utrecht: “De ontwikkeling van betere batterijen past perfect in ons onderzoek op het gebied van duurzaamheid aan het Debye Instituut van de Universiteit Utrecht. Met onze expertise in het ontwerpen en begrijpen van nieuwe materialen maken we de vertaling mogelijk van 2D naar 3D: van atomaire schaal naar nanoschaal.”

Onderzoek, onderwijs en valorisatie

Verder hebben de hogescholen Centres of Expertise ontwikkeld op het gebied van duurzaamheid en energietransitie, specifiek gericht op de rol van batterijen. Hier komen onderzoek en onderwijs bij elkaar en kunnen onderzoeksresultaten worden gevaloriseerd en benut. De betrokkenheid van bedrijven in het consortium zal bijdragen aan een grotere impact door implementatie van de succesvolle technologieën op grotere schaal in batterijsystemen mogelijk te maken, wat uiteindelijk zal bijdragen aan een duurzamere samenleving.

Moniek Tromp (Rijksuniversiteit Groningen) stelt tenslotte: “Naast de nieuwe materialen en geavanceerde (karakteriserings)methoden die we gaan ontwikkelen, heeft het project al de aanzet gegeven tot de start van een Nederlands batterij-ecosysteem, inclusief de vele uiteenlopende stakeholders, cruciaal voor de energietransitie en de positie en rol van Nederland.”

Lees ook
Europese Investeringsfonds zet in op vermindering energieverspilling in datacenters

Europese Investeringsfonds zet in op vermindering energieverspilling in datacenters

Het Europese Investeringsfonds (EIF) heeft 145 miljoen euro geïnvesteerd in een privaat fonds dat zich richt op het terugdringen van energieverspilling in onder andere datacenters en andere faciliteiten die veel energie gebruiken. Deze investering is onderdeel van de bredere inspanningen van de EU om duurzaamheid in de energiesector te bevorderen.

Provincie Noord-Holland publiceert nieuwe richtlijnen voor datacenters

Provincie Noord-Holland publiceert nieuwe richtlijnen voor datacenters

In een tijdperk waarin digitalisering een steeds grotere rol speelt in onze maatschappij, heeft de provincie Noord-Holland een belangrijke stap gezet in het sturen van de ontwikkeling en vestiging van datacenters. Recentelijk heeft de provincie nieuwe richtlijnen gepubliceerd die gericht zijn op het verduurzamen en innoveren van deze faciliteiten.1

Ampere leidt nieuwe alliantie om tot efficiënte en energiezuinige AI-applicaties te komen

Ampere leidt nieuwe alliantie om tot efficiënte en energiezuinige AI-applicaties te komen

In de afgelopen jaren is het energieverbruik van AI-applicaties in datacenters exponentieel toegenomen, een trend die zowel milieuactivisten als bedrijven in de AI-sector zorgen baart. Om een antwoord te bieden op deze groeiende bezorgdheid, hebben verschillende AI-gerelateerde firma's de handen ineen geslagen om een consortium te vormen dat zich1