Nederlands consortium start onderzoek naar energiezuinige informatietechnologie

Hans Hilgenkamp

Wetenschapsfinancierder NWO honoreerde recent een groot onderzoeksproject naar nieuwe concepten voor energiezuinige Informatie Technologie met zo’n tien miljoen euro. UT-onderzoeker prof. dr. ir. Hans Hilgenkamp is hoofdaanvrager van het project met de naam NL-ECO. Met de financiering van NWO komt ook ongeveer 2,5 miljoen euro beschikbaar als cofinanciering vanuit verschillende deelnemende partijen in het consortium.

Proeftuin voor nieuwe technologieën

Om het sterk toenemende energiegebruik te drukken, wil NL-ECO nieuwe materialen, technologieën en wetenschappelijke inzichten voor energie-efficiënte informatietechnologie ontwikkelen. “We willen graag een kraamkamer en proeftuin zijn voor nieuwe technologieën”, vertelt Hilgenkamp. Het consortium van 33 organisaties gaat - wat hij noemt - funderend onderzoek doen naar de digitale technologieën van de toekomst. Het zal duidelijk zijn dat de resultaten van dit onderzoek grote impact zullen hebben op toekomstige datacenterinfrastructuren.

NL-ECO kijkt voor die nieuwste technologieën ter inspiratie onder andere naar het brein: de meest energiezuinige computer die we kennen. “Het brein is voor veel toepassingen, zoals bijvoorbeeld patroonherkenning, nog altijd veel beter dan de nieuwste computers. Niet alleen in snelheid, maar ook in energieverbruik”, legt Hilgenkamp uit.

Breed consortium

Het brein namaken is niet het doel op zich, maar het exploreren van op hersenwerking gebaseerde 'neuromorfische' concepten is een van de mogelijke routes die het consortium wil nemen. De onderzoekers gaan ook kijken naar andere materialen en inzichten om informatietechnologie duurzamer te maken. Het doel is om in vijf jaar tijd verschillende opschaalbare concepten te ontwikkelen die de industrie kan oppakken en doorontwikkelen. Het brede consortium bestaat uit organisaties in de academische wereld, maatschappelijke partners, lokale overheden en de industrie.

Prof. dr. ir. Hans Hilgenkamp is hoogleraar Technische Natuurkunde en Nanotechnologie bij het onderzoekscluster NanoElectronic Materials van de Technische Universiteit Twente (Faculteit Technische Natuurwetenschappen). Daarnaast is hij co-director van het BRAINS Center van het Onderzoeksinstituut voor Nanotechnologie MESA+ en tevens verbonden aan het Digital Society Institute van de Universiteit Twente.

Het consortium bestaat uit Universiteit Twente, Radboud Universiteit, Rijksuniversiteit Groningen, TU Eindhoven, TU Delft, Fontys Hogescholen, Saxion Hogeschool, AMOLF, ASTRON, TNO, ASML, IBM Zurich Research Lab, Toyota Motor Europe, Thales, IMEC Leuven, IMEC Eindhoven, Smart Photonics, LioniX International BV, PITC, VSPARTICLE, Surf, TSST, European Space Agency, Green IT Amsterdam, Gemeente Westerkwartier, Amsterdam Economic Board, HQ Graphene, Örebro University, Uppsala University, Jülich Research Center, Max-Planck Institute for Microstructure Physics, NL Digital en Science LinX.

Lees ook
Onderzoekers van HvA zoeken MKB-bedrijven die hun clouddiensten willen laten testen op energie-efficiëntie

Onderzoekers van HvA zoeken MKB-bedrijven die hun clouddiensten willen laten testen op energie-efficiëntie

Het energieverbruik van datacenter is hoog. Wie cloudapplicaties in een datacenter host is er dan ook bij gebaat deze applicaties zo energie-efficiënt te laten opereren. Het onderzoeksprogramma CleanTech van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) is op zoek naar bedrijven die deze energie-efficiëntie willen laten testen. De onderzoekers van de HvA bere1

Investeringen in DCIM komen (langzaam) op gang

Investeringen in DCIM komen (langzaam) op gang

Was 2013 het jaar waarin vooral veel over DCIM werd gesproken, het nieuwe jaar lijkt iets meer een periode van voorzichtige investeringen te worden. Dat blijkt uit een inventarisatie van de voorspellingen die tal van analisten en aanbieders van datacenter-producten en -diensten de afgelopen tijd voor 2014 hebben gedaan. En alweer is de industrie o1

30 procent van IT-professionals oriënteert zich op het Software Defined Datacenter

30 procent van IT-professionals oriënteert zich op het Software Defined Datacenter

30 procent van de IT-professionals is zich al aan het oriënteren op het Software Defined Datacenter (SSD). 29 procent van de IT-beheerders is tegelijkertijd van mening dat er nog te weinig informatie over SSD beschikbaar is om hier een goed beeld van te kunnen krijgen. Dit blijkt uit onderzoek van Telindus onder 444 IT-professionals. 16 procent va1