‘De eco-mode bespaart nog zeven procent energie extra’

shutterstock racks

Lower Energy Acceleration Program (LEAP) bij KPN

De coronacrisis heeft de transitie naar de digitale economie versneld: we werken thuis, bestellen onze boodschappen online en netflixen meer. Dat zorgt ervoor dat er meer data wordt gegenereerd, verstuurd en opgeslagen en dit vraagt meer energie. De eerste pilots van LEAP laten zien dat partijen extra energie kunnen besparen door de bestaande eco-mode op hun server beter in te zetten.

LEAP is opgezet door de Amsterdam Economic Board, NLdigital, Green IT Amsterdam, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. Zij zetten zich - samen met een coalitie van bedrijven uit de Amsterdamse datacenterketen - in voor een duurzame digitale economie door energie-efficiëntie van datagebruik met ICT te optimaliseren.

De eerste fase richt zich op energiebesparingen op korte termijn met bestaande technologie, zoals eco-mode in power settings. Daarnaast zoeken we met de coalitiepartners in LEAP naar fundamentele oplossingen om innovaties rondom datacenters te versnellen.

Er is de afgelopen paar maanden in pilots onderzocht wat de mogelijkheden voor energiebesparing zijn, zonder prestatieverlies. Een van de pilots draaide op het interne datacenter van KPN. Is het echt mogelijk om met meer ambitieuze settings extra energie te besparen zonder in te leveren op de snelheid van de server? Vier medewerkers van KPN vertellen hoe het is verlopen.

De vier medewerkers die om de digitale tafel schuiven, zijn enthousiast over LEAP. “Ook omdat KPN al jaren bezig is met energie besparen”, vertelt Jeroen Cox, verantwoordelijk voor het thema Energie en Milieu. “Dat is best een uitdaging, want we zijn in onze samenleving steeds meer data gaan gebruiken. Het is een continu schakelen om energiezuinigheid aan te wakkeren.”

Moet een netwerk het 24/7 doen?

Het dilemma waar ICT’ers die energie willen besparen voor staan, is dat ze er tegelijkertijd voor willen zorgen dat de netwerken en de applicaties het altijd doen. “Daardoor is het best spannend om energiebesparende maatregelen te nemen”, vertelt Cox. ‘Toen dit project langskwam, zaten we er vanaf het begin bij. Het is een mooie groep van deelnemers: bedrijven die computers gebruiken, maar ook bedrijven die ze maken. Hopelijk worden we daardoor op den duur comfortabeler met energie besparen.”

Angst voor gebruik eco-mode

Arnold Hoogerwerf, binnen de afdeling Technology, Innovation, Roadmaps & Architecture verantwoordelijk voor software en duurzaamheid: “Voor de eerste fase, waarvoor we de pilot net hebben afgerond, keken we of we de huidige datacenters energiezuiniger konden krijgen. Veel datacenters durven de eco-mode van de power setting niet te gebruiken. Ze zijn bang dat daardoor de prestaties van de computers omlaag gaan, en dat het niet zoveel oplevert. Wij wilden daarom checken: wat maakt de eco-mode voor verschil, en levert het iets op?”

Voor de aftrap van dit experiment in februari 2020, werd gekozen voor de juiste server met zo min mogelijk risico voor de bedrijfsvoering. Hoogerwerf: “We draaiden de test op een low profile server waar niet de belangrijkste applicaties op draaien. We hebben de test trouwens veel uitgebreider gedaan dan LEAP had gevraagd. Dat gaf voor onszelf een beter beeld van de potentiële energiebesparing.”

Eco-mode vertraagt netwerk niet

“Eerst maten we wat de stroom is van een enclosure”, vertelt Luc Beerta, verantwoordelijk voor de platformstrategie van KPN. Een enclosure is de kast waar de hardware van een computer in zit. “Ook keken we hoeveel machines daarop draaien en hoeveel vermogen we daarmee trekken. Daarna zetten we de eco-stand aan. Een week later maten we de verschillen. De brei aan informatie die we kregen uit de software van de enclosures, heef LEAP voor ons uitgezocht.”

KPN heeft de service en hardware heel efficiënt en goed ingericht, vertelt Beerta. “Maar ondanks dat bleken we toch een kleine besparing te hebben gedaan, namelijk 7 procent.” En het goede nieuws: “De medewerkers van KPN die de server gebruiken, hebben niets gemerkt van de aangepaste settings op de low profile server. De eco-mode maakt de prestaties van de low profile server dus niet trager.”

Eén meetmethode voor het uitlezen van alle KPN servers

Het uitlezen van de enclosures kan trouwens nog efficiënter. Beerta: “Je kunt ze makkelijk uitlezen, maar alle apparatuur die eromheen hangt maakt het een stuk moeilijker. Daarom zijn we nu aan het kijken of we de stekkerdozen kunnen aanpassen. Zo kunnen we het op een generieke manier uitlezen en pinpointen welke server het meest verbruikt.” Deze generieke manier van uitlezen is een gevolg van de deelname aan LEAP. “Eerder was ons beeld beperkt tot bepaalde onderdelen. Maar we werken nu niet meer allemaal op eilandjes. We zijn nu bezig om voor alle subafdelingen alles generiek neer te zetten.”

Andere energiebesparende maatregelen naast eco-mode

Naast de eco-mode en een generieke manier van uitlezen, is KPN al langer bezig met technische ingrepen om energie te besparen in datacenters. “LEAP was positief verrast over hoe efficiënt we onze servers hadden ingericht”, vertelt Germar Braam, verantwoordelijk voor de hardware waar de platforms gebruik van maken. “Door te clusteren kunnen we 15 kilowatt per kast koelen. En in die kasten zitten nog meer elementen waarop we kunnen besparen. Ook maken we gebruik van virtuele machines. Met onze huidige server-architectuur zijn we daardoor al meer dan 80 procent van de energie gaan besparen. Dat we zelfs in zo’n geoptimaliseerde omgeving met de eco-stand nog eens 7 procent besparen, geeft aan dat de eco-stand zeker effect heeft.”

Vervolgstappen LEAP

Het doel van de pilots is om best practices te ontwikkelen die de potentie van eco-mode in power settings van onze servers laten zien. Zij dienen als voorbeeld én ter inspiratie om het bewustzijn, kennisniveau en vertrouwen bij ICT-beheerders van klanten en datacenters te vergroten en aan te zetten tot een slimmer gebruik van de mogelijkheden die de eco-modus biedt.

De uitkomsten van de pilots laten zien dat het inzetten van eco-mode in power settings in samenhang met virtualisatie sterk bijdragen aan de doelstellingen voor LEAP; verbetering van de energie-efficiëntie van ICT in datacenters. Het optimaal inregelen van virtualisatie kan al leiden tot flinke financiële besparingen op hardware, licenties en energie. Met het vervolgens optimaal benutten van powermanagement opties, wordt de grootste efficiency verbetering bereikt.

Uit de analyse blijkt dat er verder onderzoek nodig is. De bezorgdheid over de impact op prestaties bij gebruik van de eco-mode geeft aan, dat er beter begrip en onderzoek naar energiebeheer en impact op applicatieprestaties nodig is. In de komende tijd wordt een aantal additionele pilots uitgevoerd die dit nader onderzoeken in praktijksituaties.

Tevens is er behoefte aan duidelijke begeleiding en instructie van software- en hardware leveranciers over hoe de energiebeheerinstellingen het beste kunnen worden toegepast. Een leidraad moet de mogelijke besparingen benadrukken en uitleggen wanneer het standaard energiebeheer kan worden aangescherpt of moet worden versoepeld. Hier werken de hardwareleveranciers in de LEAP coalitie in de volgende fase aan.

Meedoen?

Met LEAP staan we aan het begin van impactvolle veranderingen in de datacenterketen. Mocht je geïnteresseerd zijn om mee te doen met de LEAP coalitie en deel willen nemen aan een pilot, neem dan contact op met Marjolein Bot.

Over LEAP

LEAP (Lower Energy Acceleration Program) is een initiatief om energie-efficiëntie van datagebruik met behulp van ICT verder te optimaliseren. Het initiatief is opgezet door de Amsterdam Economic Board, NLdigital, Green IT Amsterdam, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. Samen met een coalitie van partijen uit de datacenterketen wil LEAP perspectief bieden voor het benutten van (nieuwe) technieken en het versnellen van ontwikkelingen die kunnen leiden tot energiereductie bij datacenters en organisaties die veel dataverkeer hebben. De LEAP-coalitie bestaat naast de oprichters uit Albert Heijn, Alliander, Asperitas, Booking.com, Dell, Deloitte, Gemeente Almere, Gemeente Amsterdam, Hewlett Packard Enterprise, Interxion, Iron Mountain, KPN, NEP Netherlands, Ministerie van Economische Zaken, Rabobank, Rijksoverheid Dictu, Royal Schiphol Group, SURFsara, VMware en de Vrije Universiteit Amsterdam. Dit initiatief wordt tevens ondersteund door de Dutch Data Center Association.