Drie hardnekkige mythes over harde schijven en SSD’s ontkracht

Profile-Vincent-Oostlander515600-1270545733

“Harde schijven zijn zo goed als verleden tijd” en “Het datacenter van de toekomst is all-flash.” Het zijn voorspellingen die voorstanders van flash-technologie al meer dan tien jaar verkondigen, maar tot op heden nog steeds niet zijn uitgekomen.

Er bestaat geen twijfel over het feit dat flash-opslag uitermate geschikt is voor toepassingen die hoge prestaties en snelheden vereisen. Ondertussen groeit ook de omzet van flash en all-flash arrays. Dat gaat echter niet ten koste van harde schijven.

Met de opmars van cloud en AI zien we dat harde schijven, die de meerderheid van de exabytes (EB) in de wereld opslaan, ook voor de uitbaters van datacenters onmisbaar geworden zijn. Bovendien verwachten analisten dat het belang van harde schijven alleen maar zal blijven toenemen. In de praktijk is het ook geen keuze tussen ofwel harde schijven ofwel flash. Harde schijven en flash hebben altijd in synergie samengewerkt in datacenters.

Toch doen er sinds jaar en dag diverse mythes de ronde in de markt als het gaat om type opslagmedia. In dit verhaal bespreek ik drie mythes over harde schijven en flash en maak ik duidelijk waarom harde schijven in de nabije toekomst essentieel blijven voor dataopslag.

Mythe 1: de prijs van SSD’s zal binnenkort gelijk zijn aan die van harde schijven

Harde schijven bieden aanzienlijke kostenvoordelen per terabyte ten opzichte van SSD’s en blijven daarom nog steeds de hoeksteen van opslag in datacenters. Analyses van onderzoek door IDC, TRENDFOCUS en Forward Insights bevestigen ook dat harde schijven de meest kosteneffectieve oplossing blijven voor de meerderheid van de bedrijfs-sectoren.

Het prijsverschil per TB tussen enterprise SSD’s en harde schijven zou naar verwachting minstens tot 2027 op of boven 6 op 1 blijven. Dat verschil is het meest merkbaar in datacenters, waar de kosten voor het aanschaffen van hardware, maar ook voor energie, networking en computing, aanzienlijk in het voordeel zijn van de TCO van harde schijven.

Mythe 2: de NAND-voorraad kan alle capaciteit van harde schijven vervangen

Het idee dat de NAND-industrie in staat zou zijn om alle capaciteit aan harde schijven te vervangen, is niet alleen heel erg optimistisch, maar ook financieel en logistiek gezien simpelweg onmogelijk. Volgens het Q4 2023 NAND Market Monitor-rapport heeft de hele NAND-industrie tussen 2015 en 2023 voor 3,1 ZB aan data geconsumeerd, waarbij ze een duizelingwekkende som van 208 miljard dollar in CapEx hebben moeten investeren – ongeveer 47% van hun totale omzet.

Daarentegen voorziet de sector van de harde schijven op een kostenefficiënte manier in de overgrote meerderheid (90%) van de opslagbehoeften van datacenters. Wanneer we de byte-productie van NAND vergelijken met de sector van de harde schijven (gebaseerd op Seagate-technologie), blijken harde schijven gewoon veel efficiënter bij het leveren van ZB’s aan het datacenter.

Zou de flash-industrie de output van harde schijven tegen 2028 volledig kunnen vervangen? Een rapport van Yole Intelligence geeft aan dat de NAND-industrie tussen 2025 en 2027 ongeveer 73 miljard dollar zal investeren. Dat zal naar schatting 963 EB aan output opleveren voor zakelijke SSD’s en andere NAND-producten voor tablets en telefoons. Dit komt neer op een investering van ongeveer 76 dollar per TB aan flashopslagcapaciteit. Als we dezelfde prijs per bit toepassen, dan zou er naar schatting maar liefst 206 miljard aan extra investeringen nodig zijn om de 2.723 ZB aan hardeschijfcapaciteit op te vangen die naar verwachting in 2027 zal worden verzonden. In totaal is dat bijna 279 miljard dollar aan investeringen voor een totale bereikbare markt van ongeveer 25 miljard dollar. Een verlies van 10:1. Voor een industrie die met onzekerheid van inkomsten te maken krijgt, is zo’n investering onwaarschijnlijk.

Mythe 3: enkel All Flash-arrays voldoen aan de prestaties van moderne workloads

De opslaginfrastructuur van bedrijven bestaat meestal uit een mengeling van mediatypes. Op die manier willen ze de kosten, capaciteit en prestatiebehoeften van workloads optimaliseren. All-flash vendoren adviseren bedrijven om te ‘vereenvoudigen’ en zich ‘future-proof’ te maken door voor hoge prestaties flash te verkiezen. Anders, zo stellen ze, lopen bedrijven het risico dat ze niet meer kunnen beantwoorden aan de hoge prestatievereisten van moderne workloads.

Er zijn drie redenen waarom deze logica niet houdbaar ist:

1) Ten eerste heeft de grote meerderheid van de moderne workloads het prestatievoordeel van flash helemaal niet nodig. De meeste data in de wereld zit in de cloud en in grote datacenters. Daar heeft slechts een klein percentage van de workloads behoefte aan een aanzienlijk percentage van de prestaties. Volgens IDC is dit de reden waarom harde schijven gedurende de afgelopen vijf jaar verantwoordelijk waren voor bijna 90% van de opslag bij cloud serviceproviders en hyperscale datacenters. In sommige gevallen zijn all-flash systemen zelfs niet nodig als onderdeel van de oplossingen met de hoogste prestaties. Er zijn hybride opslagsystemen die even goed of zelfs sneller werken dan all-flash.

2) Ten tweede moeten datacenters, zoals eerder gesteld, aan hun TCO denken als ze beslissingen nemen met betrekking tot infrastructuur. Hierdoor moeten de kosten in balans zijn met capaciteit en prestaties. Ze willen met andere woorden de meest kostenefficiënte media kiezen op basis van de vereisten van hun workloads. Harde schijven en hybride arrays (met harde schijven en SSD’s) bieden de beste oplossing voor de meeste bedrijfs- en cloudopslag.

3) Tot slot stellen voorstanders van flash te snel dat een all-flash array eenvoudiger is dan een mix van verschillende mediatypes in een gelaagde architectuur. Veel hybride opslagsystemen gebruiken een beproefde software-gedefinieerde architectuur die de sterke punten van verschillende mediatypes naadloos integreert en bundelt in enkelvoudige eenheden. In schaalbare private of public cloud datacenterarchitecturen worden bestandssystemen of software-gedefinieerde opslag gebruikt om de werklasten voor gegevensopslag te beheren over locaties en regio's heen. AFA's en SSD's passen uitstekend bij intensieve workloads. Maar het is een vergissing om van niche situaties of kleinschalige implementaties te extrapoleren naar de massamarkt en hyperscale waar AFA's een onnodig dure manier zijn om te doen wat harde schijven al leveren tegen een veel lagere TCO.

Kortom, we kunnen de drie mythes in dit artikel met gemak ontkrachten. En in het verlengde daarvan durf ik met een gerust hart te stellen dat harde schijven in de nabije toekomst de ruime meerderheid van de data in de wereld zullen blijven opslaan.

 

 

Vincent Oostlander is Director Seagate Solutions & EMEA Sales bij Seagate Technology

Meer over
Lees ook
Onderzoek: ‘In datacenters zijn hard drives soms energiezuiniger dan SSD’s’

Onderzoek: ‘In datacenters zijn hard drives soms energiezuiniger dan SSD’s’

Een nieuwe studie roept twijfel op over het idee dat SSDs (Solid State Drives) altijd energiezuiniger zijn dan harde schijven als opslagmedium in datacenters. Hoewel SSDs vaak worden gewaardeerd om hun snelheid en veronderstelde energiezuinigheid, blijkt uit een onderzoek van Scality dat harde schijven in sommige gevallen een betere energiedichthe1

Real Solutions Haarlem introduceert Seagate Lyve Mobile solutions

Real Solutions Haarlem introduceert Seagate Lyve Mobile solutions

Wanneer je niet wilt investeren in hardware, omdat je bijvoorbeeld tijdelijk extra opslag nodig hebt, of voor data die je op locatie verzameld en wilt verplaatsen naar een andere locatie en/of Cloud opslag, dan moet je zeker contact opnemen over deze oplossing.

Energie besparen in het datacenter; prestaties per watt maken het verschil

Datacenters zijn de ruggengraat van de digitale economie, maar de exploitatie vereist grote hoeveelheden energie. Zorgvuldig ontworpen datacenters en efficiënte IT-componenten maken computergebruik nog groener. SSD’s spelen hierbij een belangrijke rol.