LEAP: ‘Power management maakt dataservers 10 procent zuiniger’

high_density_equipment_with_cords-280210

Een coalitie van bedrijven en overheden uit de Amsterdamse datacenterketen heeft de afgelopen maanden een energiebesparing gerealiseerd van 10 procent. Dit is gerealiseerd door dataservers, zonder prestatieverlies, in de spaarstandte laten draaien. Met andere woorden: de powermanagement-functionaliteit van servers optimaal toe te passen.

 

Hiermee boekt datacenter-energiebesparingscoalitie ‘LEAP’ (Lower Energy Acceleration Program) haar eerste aantoonbare succes in het doel om het energieverbruik met 20 tot 40 procent te reduceren in de komende drie jaar. De positieve resultaten van de pilots bij onder andere Schiphol, KPN, Rabobank en de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied zijn inmiddels actief gedeeld met de partijen in de LEAP-coalitie. Het actief delen van de resultaten, aan de hand van informatie, instructie- en trainingsmateriaal, de zogenaamde ‘Happy Flow Manual’, moet de overstap naar brede ingebruikname van de energiezuinige ecomodus snel en efficiënt toepasbaar maken voor iedere organisatie.

 

10 Jaar MJA3

De afgelopen tien jaar hebben ICT-energie-efficiëntieprogramma's in Nederland, zoals de MJA3-ICT, geleid tot energie-efficiënte datacenters. De vraag naar energie in de ICT-sector zal de komende jaren toenemen als gevolg van een enorme toename van dataverkeer. LEAP is een initiatief om energie-efficiëntie van datagebruik met behulp van ICT verder te optimaliseren. Overheden, bedrijven en kennisinstellingen trekken hierin samen op om in een hoger tempo een duurzame digitale economie te realiseren.

 

“Uit deelname aan deze pilot blijkt dat je met een kleine inspanning een energiebesparing van 10 tot 13 procent voor elkaar krijgt. Dat is echt bijzonder. Het is vooral een kwestie van je instellingen nog eens nalopen en zorgen dat je servers draaien als ze ook echt performance moeten leveren. De angst dat daardoor je prestaties worden beïnvloed, is onterecht”, aldus Mark Spronk, Senior Project Manager bij Schiphol.

 

Eerste energie-optimalisatieslag gemaakt

Het aantal fysieke servers dat momenteel in Nederland actief is, ligt boven de miljoen. In dit onderzoek is naar 60 daarvan gekeken. Om deze dataservers in eco-modus te zetten, is geen technologische vernieuwing nodig. Het is een instelling die de klanten van datacenters zelf kunnen activeren in de hardware of de software, maar waar nog niet optimaal gebruik van wordt gemaakt.

 

Uit de pilots blijkt dat power management een gemiddelde besparing van 10% oplevert. Daarnaast blijkt dat beter gebruik van virtualisatie (taken samenvoegen in minder servers) kan resulteren in een nog groter effect. De pilots toonden aan dat veel server capaciteit onbenut is en dat door virtualisatie beter in te zetten het aantal servers omlaag kan. Dit bespaart zowel energie als materiaal. “Virtualisatie en consolidatie van 10 of meer van deze onderbenutte servers is gemakkelijk te doen en leidt tot veel hogere energiebesparingen dan door alleen powermanagement toe te passen op elke individuele server.

 

Bovendien leidt het tot financiële besparingen en minder gebruik van kritieke materialen. Kort gezegd betekenen deze technieken dat bestaande servers meer werk verrichten, waardoor er minder fysieke servers hoeven te draaien in een datacenter.”, aldus Jelle Eric de Vries, Sustainability Advisor bij KPN. De combinatie van virtualisatie en powermanagement lijkt de beste mogelijkheden te bieden voor energiebesparing van dataservers.

 

Handleiding voor powermanagement en virtualisatie

Ondanks dat sommige bedrijven zich wel degelijk bewust zijn van de winst die energiebesparing kan opleveren, blijft het op grote schaal daadwerkelijk activeren van deze modus tot nu toe uit. Dat heeft drie redenen: een gebrek aan technische kennis over de kansen van virtualisatie, onterechte vooroordelen over prestatieverlies bij gebruik van powermanagement en een gebrek aan prioriteit en beleid. LEAP gaat organisaties helpen de stap naar powermanagement te zetten door de ‘Happy Flow Manual’ toegankelijk te maken, die met de hardware vendoren is opgesteld. Een simpel eerste stappenplan waarmee alle organisaties die beschikken over dataservers, in eigen kantoor of in een datacenter, powermanagement leren activeren en zich bewust worden van de kansen van virtualisatie en energie-efficiënter te werken.

 

“We zijn erg verheugd dat we kunnen laten zien dat het toepassen van powermanagement op dataservers leidt tot een directe verlaging van het energieverbruik van servers met gemiddeld 10 procent. Zonder prestatieverlies. Daarmee kan opgeteld energie ter waarde van 61.000 Nederlandse huishoudens worden bespaard. Een mooie eerste stap in een proces waarbij de focus vanaf nu verschuift van optimalisatie op basis van bestaande technologie naar onderzoek en ontwikkeling van nieuwe technologie, circulaire ICT-inkoop en gedistribueerde oplossingen. Vernieuwende ontwikkelingen en innovaties die ons dichterbij een duurzame digitale economie brengen.”, aldus Marjolein Bot, Energy Lead bij de Amsterdam Economic Board.

 

Lees ook
Eurofiber met ESG-programma in EcoVadis wereldwijde top-1 procent best presterende bedrijven

Eurofiber met ESG-programma in EcoVadis wereldwijde top-1 procent best presterende bedrijven

Met de Ecovadis platinum positie behoort Eurofiber met zijn ESG-initiatieven wereldwijd tot de top 1% best presterende bedrijven van in totaal 130.000 beoordeelde bedrijven.

Datacenters en duurzaamheid – it’s complicated ?

Datacenters en duurzaamheid – it’s complicated ?

Dat datacenters meer moeten doen aan duurzaamheid zal niet verbazen. Evenmin zal de lezer vreemd opkijken van de verhoogde activiteiten van adviseurs, zoals het Uptime Institute, die met onderzoeken zwaaien.

RePlanIT maakt circulaire opties voor laptops en servers inzichtelijk

RePlanIT maakt circulaire opties voor laptops en servers inzichtelijk

Meer nog dan refurbishing of recycling vormt levensduurverlenging van apparaten de basis van een circulaire economie. Om dat effectief te kunnen doen moet je om te beginnen data hebben, zodat het juiste aanschaf- en gebruiksbeleid kan worden gevormd. Het project RePlanIT ontwikkelt tools die juist dat mogelijk maken.